logo 2024

Bas en Sax

Mondstukken

voor liefhebbers van (bas)klarinet en saxofoon

Molenstraat 6

4161CJ Heukelum

tel 06 51721192

Contact

  facebook  Signal App Logo PNG Image Backgroundemail   Openingstijden: woensdag van 10.00 tot 17.30 en op afspraak.

 

 

De anatomie van het mondstuk

Op het eerste gezicht lijkt een mondstuk niet erg bijzonder. Maar het blijkt dat subtiele veranderingen in bepaalde kenmerken van het mondstuk er voor kunnen zorgen dat het wel of niet gemakkelijk bespeelbaar is. Op deze pagina worden de belangrijkste kenmerken benoemd  (excuses voor het door elkaar gebruiken van Engelse en Nederlandse termen).

 

mondstuk 1

mondstuk 2

 

In de afbeeldingen hierboven zijn belangrijkste kenmerken aangegeven.

  • Barrel
    • Dit is de cilindrische buitenzijde van het mondstuk, Bij metalen mondstukken is de diameter van de barrel kleiner dan van houten, hardrubber en andere kunststof mondstukken. Bij de meeste mondstukken wordt de barrel naar de tip toe steeds kleiner van diameter. De barrel is dan conisch. Als dat te sterk is blijft de rietbinder niet lekker zittten maar glijdt soms naar voren.
  • Tafel
    • Dit is het vlakke gedeelte van het mondstuk waarop het riet wordt geklemd. Op de onderste foto is het geheel te zien. De afmetingen van de tafel moeten goed overeenkomen met die van het riet wat wordt gebruikt. Als je de tafel nauwkeurig bekijkt zie je dat die niet 100% vlak is maar dat voorbij een bepaald punt, (breakpoint)  naar de tip van het mondstuk toe het vlak van de tafel wijkt en een opening creeert. Binnen die open ruimte, de facing, kan het schuin weggesneden deel van het riet bewegen. De facing is de bewegingsruimte van het riet. De maximale opening van die ruimte is aan de tip van het mondstuk en wordt de tipopening genoemd.  
  • Tip
    • De tip is de voorzijde van de tafel. De tiprail is zo'n beetje de voorste millimeter van de tip. De vorm van de tiprail moet nauwkeurig overeenkomen met dat van het riet (en andersom natuurlijk).
  • Window
    • Dit is de opening in de tafel. Door deze opening maakt het voorste gedeelte van het riet contact met de resonanties in het instrument. Meestal wil je de window-opening zo groot mogelijk hebben, maar de rails aan de zijkant ervan moeten ook weer niet te smal worden omdat het anders moeilijk wordt het riet goed op de tafel te plaatsen.
  • Chamber of kamer
    • De kamer is de eerste open ruimte in het mondstuk waarin de speler de lucht blaast om het instrument te bespelen. De vorm en inhoud van de kamer zijn belangrijk voor het gemak waarmee een toon kan worden gevormd.
  • De baffle
    • De baffle is een kleine hindernis aan de bovenzijde (zie bovenste foto) van het begin van de kamer. Een subtiele baffle kan een positief effect hebben op de bespeelbaarheid en klank van een mondstuk.
  • De boring
    • De boring is de aansluiting tussen de nek van een instrument en de kamer. Bij de meeste instrumenten is de boring rond en neemt de diameter richting de tip toe licht af.
  • De throat of keel
    • Op de overgang van kamer naar boring wordt vaak een vernauwing aangebracht. Nu heb je die bij een saxofoon per definitie altijd op het punt waar de nek begint, maar als de vernauwing dichter op de kamer wordt aangebracht heeft het invloed op de bespeelbaar heid en de klank van het mondstuk. 

 

In de praktijk zijn de volgende eigenschappen belangrijk bij de keuze van een mondstuk:

  • De tipopening
  • De facing
  • De vorm en grootte van de baffle

Op een andere pagina wordt het effect van deze kenmerken op de bespeelbaarheid uitgelegd.